Saffloer

Saffloer (Carthamus tinctorius) wordt ook wel distelkruid genoemd. Het is een sterk vertakte, eenjarige, distelachtige plant. De planten reiken soms tot een dikke meter hoog. De bloemen zijn eerst saffraangeel en verkleuren dan tot oranjerood. In Nederland kun je hem sporadisch in het wild aantreffen, een restant van zijn vergane glorie als verfkruid.
Van oudsher werd saffloer verbouwd vanwege de gele en rode kleurstof die uit de gedroogde meeldraden gewonnen kan worden. Het pigment cathamine is geel in water en rood in alcohol. De plant zelf kon ook nog geroosterd worden en dan kreeg je een kleurstof, waarmee men in de Middeleeuwen glas blauw kon kleuren.

Tegenwoordig wordt saffloer verbouwd vanwege de zaden waaruit saffloerolie (of distelolie) wordt gewonnen. Deze olie, die vroeger ook werd gebruikt voor olieverf, wordt nu gebruikt voor margarine en als sladressing.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Carthamus, is afgeleid van het Hebreeuwse woord qarthami en het verwante Arabische woord qurtom. Beide betekenen 'verven' en verklaart het gebruik van dit geslacht om textiel mee te kleuren. Het tweede deel, tinctorius, is Latijn, waar tinctorium 'kleuren' betekende. Het woord 'saffloer' is vermoedelijk afkomstig uit het Arabisch, waar aṣfar 'geel' betekent. Vervolgens is het woord onder invloed van 'saffraan' en bloem (fiore in het Italiaans) vervormd tot saffloer.

Saffloer is een exoot waarvan de reis redelijk bekend is. Rond 1900 vChr was het gebruik als verfplant in het oude Egypte al bekend. Saffloer arriveerde al vroeg in Europa, want circa 1450 vChr schreef men in het Linair B, een verre voorouder van het oud-Grieks, al ka-na-ko. Dat kon gelezen worden als knākos en dat ontwikkelde zich tot kārthamos (κάρθαμος). In Nederland bereikt hij zo ongeveer zijn meest noordelijke groeiplaats in Friesland en Groningnen.

Maar de belangrijkste toepassing van saffloer is natuurlijk als natuurlijke gele kleurstof van levensmiddelen als margarine. Vanwege de lagere kosten verving het vaak saffraan en werd daarom ook wel 'valse saffraan' genoemd. Het mist echter het verfijnde aroma van saffraan. Verder zijn de zaden ook eetbaar en kunnen gebruikt worden bij de stremming van melk bij de bereiding van kaas. Het is dus een plantaardige oplossing voor het maken van kaas en dus zeer geschikt voor vegetariërs.

De laatste decennia wordt saffloer voornamelijk geteeld om diens olie dat uit de zaden geperst kan worden. Het heeft dezelfde eigenschappen als zonnebloemolie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten